Mw. mr. E. van Haasteren

Jan betaalt al een paar jaar alimentatie aan zijn ex voor zijn kinderen en voor haar. Eigenlijk was hij het wel beu dat hij zich ‘een slag in de rondte werkte’ en dat zij ‘haar hand ophield’. Hij vroeg zich af of hij niet beter minder kon gaan werken of helemaal kon stoppen. Deze vlieger gaat echter niet op.

Bij alimentatie gaat het niet alleen om het inkomen dat je verdient, maar ook wat je redelijkerwijs kan verdienen. Als alimentatieplichtige moet je er alles aan doen om je inkomen op peil te houden. Als je door eigen schuld minder inkomen krijgt, zal de rechter zeer waarschijnlijk geen rekening houden met het lagere inkomen. Dat betekent dat het eerder vastgestelde bedrag gewoon betaald moet blijven worden. Wat Jan beter kan doen, is zijn ex stimuleren om aan het werk te gaan. Niet door boos te worden, maar door haar te helpen. Hij zou wel kunnen vragen wat ze zelf al heeft gedaan om werk te vinden. Een recht op partneralimentatie is er immers niet voor eeuwig, in de meeste gevallen geldt dit recht voor maximaal 12 jaar. Daarom is het voor haar belangrijk om eigen inkomen te krijgen. Jan kan ook limitering van de termijn vragen.

Bij een dergelijke procedure kan het handig zijn dat hij zijn ex eerder heeft gestimuleerd om te gaan solliciteren. Als ze zelf inkomen heeft, kan de partneralimentatie omlaag en kan ze wellicht ook meer bijdragen in de kosten kinderen, zodat de bijdrage van Jan omlaag kan (tenzij het kindgebondenbudget met eenzelfde bedrag lager wordt). En als zij gaat samenwonen als zijnde gehuwd, dan vervalt de partneralimentatie helemaal. Mocht haar relatie daarna overgaan, dan herleeft het recht op partneralimentatie niet.