E.L. Koopman

Vaak krijgen wij van cliënten de vraag of het mogelijk is om een proceskostenveroordeling te vragen. De rechter kan in zijn beslissing een proceskostenveroordeling toewijzen aan een van de partijen. Dit houdt in dat de partij die de proceskostenveroordeling krijgt ook de proceskosten van de wederpartij dient te voldoen. Onder proceskosten vallen kosten van een advocaat, reiskosten, kosten van uittreksels uit openbare registers en eventueel onkosten van getuigen of deskundigen. Deze kosten worden begroot volgens het liquidatietarief. Het bedrag is afhankelijk van de verrichte werkzaamheden en het belang van de zaak. Van belang is hierbij te vermelden dat een proceskostenveroordeling nooit alle daadwerkelijk gemaakte kosten dekt.

In het familierecht is een proceskostenveroordeling geen vaststaand gegeven. Vaak staan ouders tegenover elkaar en zijn er kinderen in het spel. Een proceskostenveroordeling draagt niet bij aan de relatie van de partijen, het zou de relatie negatief kunnen beïnvloeden. De hoofdregel is dus in principe: geen proceskostenveroordeling.

Echter merken wij bij Hiddes Advocatuur op dat er een kentering lijkt te ontstaan ten aanzien van de proceskostenveroordeling in het familierecht. Wij merken in de praktijk dat de rechter toch steeds vaker een proceskostenveroordeling oplegt.

Hierbij past een voorbeeld uit de praktijk, mijn collega Babette heeft deze procedure gevoerd. Haar cliënt (de man) had een verzoek tot vaststelling cq. wijziging partneralimentatie ontvangen. Belangrijk om te vermelden: mijn collega heeft reeds 3 procedures gevoerd voor deze man ter zake de partneralimentatie. Elke procedure was opgestart door de vrouw. De vrouw wilde met deze procedure (opnieuw) aantonen dat zij niet geheel in haar levensonderhoud kon voorzien, door haar uitkering en geringe inkomsten uit onderneming. Vervolgens heeft mijn collega in haar verweerschrift verzocht om afwijzing van het verzoek van de vrouw en zij heeft ter zitting verzocht om het opleggen van een proceskostenveroordeling. Immers, zo motiveerde zij, de vrouw joeg de man nodeloos op kosten door het opstarten van een nieuwe procedure. Daarnaast had de vrouw volgens haar niet voldoende aangetoond dat zij niet in haar eigen levensonderhoud zou kunnen voorzien.

De proceskostenveroordeling is uiteindelijk door de rechtbank toegewezen, immers stelde de rechtbank dat de vrouw de man nodeloos in de procedure had betrokken. Daarnaast had zij volgens de rechtbank onvoldoende gesteld dat zij aan de basiseis van de ontvankelijkheid voldeed.

De conclusie: een proceskostenveroordeling wordt in de familierechtpraktijk steeds vaker toegewezen, echter dient het belang hiervan wel aangetoond te worden.