Mw. E. van Haasteren

Een paar weken voor de jaarwisseling wordt er in de bedrijfskantine een feestje gebouwd, met collega’s en vrienden. Een vriend heeft een stuk illegaal vuurwerk, een zogenaamde “Cobra 6”, meegebracht. Een collega met een slokje teveel op, steekt het aan en raakt zwaargewond. Zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering weigert dekking te verlenen, omdat de man bewust roekeloos zou hebben gehandeld. De man kan zich niet voorstellen dat hij het vuurwerk zelf heeft aangestoken, maar zelfs als dat zo was, was dat nog niet bewust en roekeloos. Hij had teveel gedronken en hoefde er geen rekening mee te houden dat iemand zulk gevaarlijk vuurwerk mee zou nemen naar een feest.

De rechtbank acht aannemelijk dat hij ondanks zijn alcoholconsumptie zich bewust was van de risico’s van het aansteken van dit stuk vuurwerk. Hij wist dat het ging om een groot stuk vuurwerk, met een lengte van 13 centimeter en een diameter van 2,9 centimeter. Dergelijk vuurwerk is niet te verwarren met veel kleiner (en lichter) legaal knalvuurwerk. Bovendien zijn de risico’s van het aansteken in een bedrijfskantine groot. De verzekeraar hoeft niet uit te keren.

Het Gerechtshof denkt daar anders over. De man had het vuurwerk niet zelf mee naar binnen genomen en hem niet was verteld om wat voor vuurwerk het ging. De omvang van het vuurwerk alleen is volgens het hof onvoldoende aanwijzing voor de explosiviteit ervan. Daarbij komt dat de man naar zijn zeggen nauwelijks iets wist van vuurwerk. Hij was al enige uren op een feest met collega’s onder elkaar waarbij alcohol werd gedronken. Dit wijst erop dat het handelen van de man wel zeer onverantwoordelijk en gevaarlijk was, maar dat het was ingegeven door baldadigheid, zonder dat daarbij de gevaren de revue zijn gepasseerd en op de koop toe zijn genomen. Volgens het hof heeft de man te laat gerealiseerd dat het gevaarlijk was wat hij had gedaan. De verzekeraar moet alsnog uitkeren.